In de media is de oprichting van de federatie Nederlandse Bakkerij gemeld. Daaraan doet een aantal (voornamelijk commerciële) partijen mee.
De NBOV is dé brancheorganisatie voor ambachtelijke bakkers. Samen met de andere sociale partners FNV, CNV en NVB (industriële bakkers) zijn wij als cao-partners verantwoordelijk voor goede arbeidsvoorwaarden, waaronder het pensioen. Als ambachtelijke bakkers dragen we zo’n 85% bij aan het sociaal fonds. Dat geld wordt ingezet voor voldoende, goed opgeleide, ontwikkelde en inzetbare medewerkers. Vanuit die verantwoordelijkheid hebben cao-partners in 2019 een nieuwe koers ingezet waardoor medewerkers graag in de bakkerijbranche willen komen en blijven werken:
Voor al deze initiatieven is samenwerking van de branchepartijen essentieel. De NBOV wil deze initiatieven als cao-partner tot een succes maken en zet daar volledig op in. Om die reden is de NBOV geen partij bij de oprichting van de federatie die grotendeels dezelfde doelstelling heeft.
Op brancheniveau werken we samen met andere partijen waar dat kan. Bijvoorbeeld het project graan van Nederlandse bodem of het nieuwe project zout 2.0, waaraan de NBOV ook financieel bijdraagt. Ook de Stichting Ambachtelijke Bakkerij is zo’n voorbeeld. Ambachtelijke bakkers dragen daaraan bij via de afdracht over de inkoop van grondstoffen bij Beko, BakePlus, Tink of Civoba. De Stichting Bakkerijopvolging, een samenwerking tussen 14 partijen in de branche, wordt dit jaar opgeheven. Die activiteiten worden door de NBOV voortgezet.
Verenigingen zoals de NBOV zijn hét aanspreekpunt voor de overheid en spreekbuis namens de achterban. Voor zaken die de ambachtelijke bakkers raken hebben wij contact met de overheid, vooral in Den Haag, maar ook in Brussel en lokaal.
Veel leden samen maken een sterke vereniging die invloed kan uitoefenen waar dat nodig is. Vaak doen we dat met andere MKB-branches. In de energiecrisis hebben we vooral de ambachtelijke bakker voor het voetlicht gebracht. Daar is bewust geen samenwerking gezocht binnen de branche met bijvoorbeeld grondstoffenleveranciers. De grondstoffenkosten zijn immers een fors groter aandeel van de omzet dan de energiekosten, dus zo’n samenwerking zou aan de lobbytafel een tegendraads effect hebben. Soms kiezen we bewust voor het ene deel van de lobby, terwijl andere organisaties andere punten aandragen. In de energiecrisis hebben wij vooral ingezet op het verlagen van de drempel en de ondergrens. Met als doel dat alle energie intensieve bedrijven onder de TEK-regeling vallen. De NVB heeft naast de drempel juist ingezet op de verruiming van de bovengrens voor grotere bedrijven.