In mei 2019 is een Europese wet over transvetzuren ingevoerd. De wet is bedoeld om de schadelijke effecten van deze vetzuren tegen te gaan, door ervoor te zorgen dat producten minder transvetzuren bevatten. Daarom moet je bij de inkoop en verwerking van vetten een aantal zaken in de gaten houden. We zetten ze even voor je op een rijtje.
Transvetzuren zijn een type onverzadigde vetzuren. Meestal worden ze geen transvetzuren genoemd, maar transvet. Onverzadigd vet is over het algemeen goed voor de gezondheid, maar transvet niet. Dat komt door de scheikundige structuur. De keten van een transvetzuur is minder flexibel, waardoor het lichaam dit type vet moeilijker kan verwerken. Zie hiervoor de informatie van het Voedingscentrum over transvet.
De Europese wet over transvetzuren is van kracht sinds mei 2019. In deze wet staat dat een product per 100 gram vet maximaal 2 gram transvet mag bevatten. Uitzondering zijn daarbij de transvetten van dierlijke bron, dus roomboter valt onder de uitzondering. De volledige tekst van de wet is te lezen in een publicatieblad van de Europese Unie. De wet over transvetzuren kent een overgangstermijn: per 1 april 2021 moeten alle producten eraan voldoen.
Let op de specificatie van transvetzuren in margarines: de transvetzuren staan in de voedingswaardetabel of zijn opvraagbaar. Zorg dat het gehalte transvetzuren zo laag mogelijk is.
Van roomboter hoef je de hoeveelheid transvetzuur niet te berekenen. Gebruik je margarine in je receptuur? Dan kan je aan de hand van de specificatie van de margarine en de receptuur berekenen of je voldoet aan de wetgeving. Margarine met een herkomst uit Nederland heeft door het beleid van de afgelopen tien jaar vaak een zeer laag gehalte transvetzuren. Kom je een partij margarine tegen waarvan je de herkomst niet gemakkelijk kan herleiden, vraag dan eerst de specificatie op.