Column: Het sprookje van de arbeidsparticipatie

Er was eens een land hier niet zo ver vandaan. Een welvarend koninkrijk, dankzij de vele ondernemers die dagelijks hun nek uitstaken, het volk van werk voorzagen en de economie draaiende hielden. Maar ook risico’s namen om te investeren in hun bedrijf, voorraad en machines en in hun medewerkers. En daardoor zelf soms maar een mager inkomen overhielden.

De ondernemers van het land hadden veel passie maar zagen ook grote uitdagingen. Er was te weinig instroom in hun bedrijfstak, een tekort aan personeel. En hun medewerkers hielden te weinig over van hun nettoloon.
Ook vonden zij de werkgeverslasten veel te hoog. Daar kwam nog eens bij dat hun medewerkers zoveel toeslagen kregen dat meer werken voor hen niet loont. Het gevolg een overschot aan parttimers en een oplopend tekort aan arbeidskrachten.

Op een mooie 3e dinsdag van september sprak de wijze koning van dit land een troonrede uit. Hij zei:

“Een groot en groeiend maatschappelijk probleem is de krapte op de arbeidsmarkt. Daarom is het belangrijk om mensen die nu nog aan de kant staan, te stimuleren aan het werk te gaan. Het kabinet werkt daar onder andere aan door te sturen op meer vaste banen, en te zorgen dat mensen die meer gaan werken, aan het einde van de maand ook echt meer geld overhouden.”

Het hart van de ondernemers maakte een sprongetje. Dit waren de woorden waar ze al zo lang op wachtte.

Maar donkere wolken dienden zich aan. De boze EF-EN Fee vulde de hoofden van de mensen met sprookjes.
De EF-EN FEE riep dat alle medewerkers weer 7% meer moeten gaan verdienen.
Maar ook dat zij niet 5 maar 4 dagen moeten gaan werken per week.
En dat iedereen eerder met pensioen moet kunnen gaan.
Dit alles zou ook de problemen van de werkgevers oplossen.

Maar zoals iedereen toch weet, sprookjes bestaan niet……..

Marie-Hélène Zengerink
Algemeen Directeur NBOV

Wachtwoord resetten