Artikelen / Branche
16 april 2024
In de laatste twee weken van 2019 heeft de NBOV in totaal bijna € 170.000,- bespaard voor tientallen leden die te maken hadden met slapende dienstverbanden. Dit zijn de dienstverbanden waarbij een arbeidsovereenkomst na 104 weken ziekte niet door de werkgever wordt beëindigd.
De Hoge Raad besloot half november dat een werkgever moet meewerken aan het verzoek van een medewerker om het slapende dienstverband te beëindigen met betaling van transitievergoeding. Toen Minister Koolmees half december aanvullende uitleg gaf, werd bekend dat er met de betreffende medewerkers vóór 1 januari 2020 overeenstemming moest worden bereikt. Alle slapende dienstverbanden moesten dus in 2019 worden beëindigd met een beëindigingsovereenkomst, of er moest een beëindigingsprocedure bij het UWV worden gestart. Als dit niet werd geregeld, werd de transitievergoeding niet volledig gecompenseerd en moesten ondernemers duizenden euro’s zelf betalen.
In de drukste periode van het jaar werden onze leden overspoeld door brieven van vakbonden, rechtsbijstandsverzekeraars en advocaten van medewerkers die eisten dat de het dienstverband spoedig werd beëindigd. Daarnaast moesten zij nagaan welke medewerkers in hun bestand nog geen verzoek tot beëindigen had ingediend. Met deze medewerkers moest actief contact worden gezocht en een overeenkomst worden gesloten. Als er geen overeenkomst was gesloten, zouden onze leden een hogere transitievergoeding aan de medewerker moeten betalen, maar deze niet volledig vergoed krijgen.
Dennis Oosterveer, bedrijfsadviseur personeel en organisatie binnen de NBOV, vertelt hierover: “Wij hebben alle zaken die binnenkwamen opgepakt en deze zoveel mogelijk namens onze leden afgehandeld. Daarnaast hebben wij vele onderhandelingen gevoerd met wederpartijen, vaak juristen die de procedure soms onnodig ingewikkeld willen maken. Zij zagen dit als een kans om er meer uit te halen dan de wettelijke transitievergoeding. Uiteraard zijn wij vóór de bakker gaan staan en hebben wij de zaken zowel voor werkgever als werknemer keurig afgehandeld.”
