Draagt iedereen zijn steentje bij tijdens coronacrisis?

13 mei 2020

Heel Nederland ervaart de consequenties van het coronavirus. Van gezinnen waarbij ouders een balans zoeken tussen de zorg voor kinderen en thuiswerken, tot ondernemers die te maken hebben met omzetverlies. Ook zijn veel ondernemers creatief en passen hun bedrijfsvoering aan om in te spelen op de coronacrisis en de beperkingen die dit met zich meebrengt. Van zowel werkgever als werknemer wordt een redelijke opstelling verwacht om elkaar tegemoet te komen. Iedereen draagt zijn steentje bij, maar verzuimverzekeraars lijken deze dans te ontspringen.

Het RIVM adviseert dringend thuis te blijven als men tot een risicogroep behoort omdat het risico op besmetting hoger is. Mensen van 70 jaar en ouder of volwassenen met een medische aandoening, zoals chronische luchtweg- of longproblemen, chronische hartpatiënten, diabetici, mensen met ernstige leverziekte of ernstig overgewicht (BMI > 40).

Als medewerkers thuisblijven brengt dat vragen over de loondoorbetalingsverplichting met zich mee: Is werkgever verplicht het loon door te betalen als een medewerker uit de risicogroep thuisblijft? Zo ja, geldt er dan een loondoorbetalingsverplichting op grond van ziekte? Bij wet of in de cao is geregeld dat de werkgever in bepaalde situaties waarin de medewerker niet kan werken toch loon doorbetaalt. Het risico van het niet kunnen werken, ligt dan niet bij de werknemer. Bijvoorbeeld bij ziekte, tandartsbezoek, calamiteiten, zorgverlof of de nieuwste, nog niet ingevoerde regels over ouderschapsverlof. In bepaalde gevallen, zoals bij ziekte, kan het risico door een verzuimverzekering worden afgedekt. 

 

Nieuwe categorie ‘niet kunnen werken’

Het coronavirus brengt een nieuwe categorie ‘niet kunnen werken’ met zich mee, waarbij de vraag over het risico nooit eerder is uitgedacht. Hierover wordt door diverse partijen verschillend gedacht. In deze categorie ‘niet kunnen werken’ moet onderscheid worden gemaakt naar de oorzaak van de kwetsbaarheid. 

Als een werknemer kwetsbaar is vanwege zijn leeftijd, dan moet de werkgever het loon van doorbetalen. Een werknemer heeft immers recht op loon ook al kan hij geen arbeid verrichten, tenzij de oorzaak van het niet werken voor zijn rekening komt. Dat laatste is niet het geval als een kwetsbare oudere als gevolg van overheidsmaatregelen niet kan werken. Maar er is ook geen sprake van ziekte. Het is slechts de leeftijd die verhindert dat de werknemer de werkzaamheden verricht. De werkgever moet het loon doorbetalen op grond van artikel 7:628 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Deze situatie komt in redelijkheid voor rekening van de werkgever. 

Valt een werknemer die kwetsbaar is vanwege zijn gezondheid onder de loondoorbetalingsverplichting tijdens ziekte? Er staat in de wet (artikel 7:629 BW) dat de werkgever (minstens 70% van) het loon van de werknemer moet doorbetalen als hij de bedongen arbeid niet heeft verricht omdat hij in verband met ongeschiktheid ten gevolge van ziekte, zwangerschap of bevalling daartoe verhinderd was. Is daarvan in dit geval sprake? De werknemer is immers ongeschikt om te werken omdat hij kwetsbaar is ten gevolge van zijn ziekte, de medische aandoeningen, zoals hiervoor genoemd.

De NBOV hanteert in haar adviezen bovenstaand standpunt. De medische aandoeningen maken dat de werknemer onder de risicogroep valt en daardoor nu vanwege medische gezondheid niet kan/mag werken. De werkgever is dan verplicht het loon op grond van arbeidsongeschiktheid als gevolg van ziekte door te betalen, 7:629 BW (volgens de cao-staffel). Daarbij geldt dat de vraag of een medewerker ziek is, wordt bepaald door de bedrijfsarts. Niet door de werkgever en ook niet door de verzekeraar. 

Ondernemers die zijn verzekerd voor doorbetaling tijdens ziekte kloppen aan bij hun verzuimverzekeraar. Die zijn echter van mening dat er in dit geval geen sprake is van arbeidsongeschiktheid als gevolg van ziekte en stellen dat deze gevallen daarom niet onder de dekking vallen. Zij worden gevoed door sommige bedrijfsartsen (die soms zijn verbonden aan de verzekeraar). Deze bedrijfsartsen vinden dat er geen sprake is van arbeidsongeschiktheid als gevolg van ziekte: de werknemer valt onder de risicogroep als gevolg van bepaalde beperkingen. Met deze beperkingen is de werknemer normaal gesproken wel in staat te werken. Dat is hij nu niet, omdat hij vanwege die beperkingen onder een risicogroep valt waarvoor het RIVM dringend heeft geadviseerd dat deze groep moet thuisblijven. In dat geval moet wel het loon worden doorbetaald, maar op grond van 7:628 BW (100%). Deze situatie komt voor rekening en risico van de werkgever. Volgens de verzekeraars valt dit dus niet onder de dekking. 

 

Handelswijze 

De NBOV is bekend met deze handelwijze van sommige verzuimverzekeraars, die weinig bereid lijken hun steentje bij te dragen in deze uitzonderlijke situatie, die zwaar drukt op ondernemers. Op handige wijze proberen zij de vergoedingsplicht weg te schrijven. De NBOV adviseert desondanks om medewerkers die tot de bovengenoemde risicogroep behoren, ziek te melden bij de arbodienst. Uiteindelijk moet de bedrijfsarts hierover oordelen. Dat is dan voorlopig bindend. Geeft de bedrijfsarts aan dat er geen sprake is van ziekte dan moet werkgever wel het loon doorbetalen, maar dus op een andere grond dan ziekte. 

Deze discussie speelt in meerdere branches. Uiteindelijk zal naar verwachting rechtspraak over deze kwestie volgen. Met het door verzuimverzekeraars ingenomen standpunt is de werkgever degene die de dure rekening draagt. De NBOV vindt dit onterecht en heeft dit ook in ’Den Haag‘ onder de aandacht gebracht. Het ministerie van SZW laat momenteel juridisch onderzoek doen naar hoe dit past binnen het ziektebegrip (7:629 BW). Het onderzoek gaat over alle verzuimvormen als gevolg van het opvolgen van RIVM-adviezen.

Mocht blijken dat deze verzuimvormen niet onder het ziektebegrip als in 7:629 BW vallen dan gaat de lobby door om te zoeken naar een passende oplossing om werkgevers schadeloos te stellen. De NBOV heeft al eerder haar meerwaarde bewezen in de geslaagde lobby om o.a. de bakkersbranche als cruciaal beroep aan te wijzen en zal ook nu – in samenwerking met andere brancheorganisaties – zich inspannen ’Den Haag’ te overtuigen van dit standpunt danwel de noodzaak tot schadeloosstelling. 

Heeft u vragen hierover? Neem dan contact op met onze bedrijfsadviseurs via po@nbov.nl of 0182 - 69 30 30. 

Het hele artikel lezen? Log in of word lid van de NBOV
Artikelen / Branche
NBOV in gesprek met het ministerie van SZW
Artikelen / Branche
Energiebesparing en verduurzaming bij bakkerijen
Artikelen / Branche
Succesvolle lobby: extra verhoging minimumloon van de baan