Volgens de meeste (algemene bepalingen van) huurovereenkomsten, moet de huurder het pand vóór het aangaan van de huurovereenkomst grondig (laten) inspecteren. Tijdens deze inspectie huurpand komen misschien gebreken aan het licht waarover de partijen afspraken moeten maakt. Let op: de informatie op deze pagina geldt alleen voor winkelruimte. Voor woonruimte en overige bedrijfsruimte (lees: geen winkelruimte) gelden andere (wettelijke) regelingen.
Het is van belang dat de partijen in de huurovereenkomst goed en duidelijk omschrijven welk gebruik van het pand is overeengekomen. En wat de huurder mag verwachten, bijvoorbeeld dat hij het pand inclusief inventaris huurt en welke inventaris dat is. Ook wordt overeengekomen welke bestemming de huurder aan het huurpand geeft. Tijdens een inspectie moet de huurder nagaan of het gehuurde pand daarvoor geschikt is, of door de huurder geschikt gemaakt kan worden. Ook wordt de staat van het pand en eventuele gebreken vastgelegd. Heb je ervoor getekend dat je het pand of de inventaris in goede orde hebt ontvangen? Dan is het achteraf niet meer mogelijk aan te geven dat zichtbare gebreken al aanwezig waren. Daarom is vooraf alles vastleggen zo belangrijk.
Bij de inspectie van een pand is een aantal begrippen van belang. We leggen deze uit in de Begrippenlijst huurpand hieronder.